Vorige week was Aart Bontekoning te gast tijdens de kennissessie over de verschillende Generaties op de werkvloer. Aart is Social Psycholoog en Generatie-expert dus wie kan je beter aan tafel hebben als het gaat om, hoe de verschillende generaties het beste met elkaar om kunnen gaan op de werkvloer. Al helemaal wanneer je nagaat dat alweer een nieuwe Generatie zijn intrede gaat doen op de arbeidsmarkt nl. de Generatie Z (2000 – 2015). Waren we net een beetje gewend aan de Millenials (1985 – 2000), staat de volgende alweer voor de deur. En dat in deze extreem krappe arbeidsmarkt.
Bijna iedere organisatie staat te springen om personeel en hoe zorg je er nou voor dat de jongste toetreders op de arbeidsmarkt, bij jou willen werken en ook willen blijven werken? Er zijn een aantal aspecten waar je op kunt letten bij deze uitdaging. De belangrijkste is het begrip “energie”. Waar krijgen ze energie van en minstens zo belangrijk; waar verliezen ze energie van, waar lopen ze van leeg of waar lopen ze op stuk? Want als dat gebeurd, dan gaan ze onherroepelijk weg. Het gaat dus niet zozeer om tafelvoetbalbaantjes of vers fruit bij de receptie.
Weet ook dat de bevlogenheid van mensen kan bederven, als je ze de verkeerde dingen laat doen. Dat trekt ook niet meer bij. De exercitie om na te gaan waar ze energie van krijgen of verliezen doe je dus niet alleen om ze te behouden maar ook om ze fris te houden. Zodat zij weer energie kunnen opwekken bij de andere generaties op de werkvloer. Want energie gaat nooit verloren, het gaat alleen over naar iets of iemand anders, soms in de andere vorm.
Deze generatie is nog zo vers, dat niemand veel met ze heeft kunnen werken. Een deel van de inzichten moeten we daarmee nog opdoen. Wat we geleerd hebben bij de toetreding van de Millenials, is dat ze heel goed klikken met de Protest Generatie (1940 – 1955). Inmiddels is deze laatstgenoemde generatie zo goed als met pensioen maar in de laatste fase van hun werkende leven, hadden ze veel behoefte ervaring te delen. Laten nou net die Millenials de behoefte hebben aan die ervaringen, om van te leren. Een andere overeenkomst is dat Millenials idealistisch zijn, net als de Protest Generatie. Zij waren het die in 1980 de kroning van toenmalig Koningin Beatrix verstoorde. Aanleiding was overigens woningnood die ook destijds woedde. Zo zie je maar dat het leven patronen kent, waar je van moet leren. En de Protestgeneratie zijn over het algemeen de oma’s en opa’s van de Millenials. De relatie tussen kleinkinderen en hun grootouders is meestal goed.
Dat gezegd hebbende, is het zaak dat we met z’n allen nagaan met wie de Generatie Z graag samenwerkt. Zijn het hun oma’s en opa’s; de Generatie X. Ook de Generatie X begint nu aan hun nadagen van de loopbaan. Zijn op dit moment de leiders in organisaties en beginnen ook nu dat stokje over te dragen. Willen zij daarmee ook de ervaringen delen en met Generatie Z? Zou het zo simpel zijn? De Generatie Z groeit nog meer als hun voorgangers op in een digitale wereld met dreigingen uit alle hoeken (red. cyberwarfare, de Russen, het klimaat, slechte economische vooruitzichten etc.). Wie deden dat nog meer? Juist, de Generatie X met de koude oorlog, slechte arbeidsmarkt en dito vooruitzichten begin jaren 80. Gedurende de sessie verteld Aart dat ouderen vaak behoefte hebben aan verfrissing en jongeren aan ervaring.
Een andere interessant uitgangspunt dat we leren van de Millenials is dat het destijds de ouders waren, die wisten hoe met ze om te gaan. Wat ze willen en waar ze energie van krijgen. Die ouders behoren vaak tot de Generatie X. De Generatie Z heeft vaak ouders uit de Pragmatische Generatie (1970 – 1985). Mensen uit de Pragmatische Generatie hebben ze per slot van rekening thuis zitten en hebben ze opgevoed. Wellicht moeten we bij hen zijn om die nieuwe collega’s beter te leren kennen. Zelf behorend tot de Pragmatische Generatie met een kind uit de Generatie Z, heb ik daar zo mijn ideeën bij.
Maar om u als lezer toch iets meer richting te geven dan in de afgelopen alinea’s, de Generatie Z is niet onder de indruk van autoriteit en als ze iets zien zitten, dan gaan ze vanzelf. Ze zijn zelfbewust, meiden hebben vaker de leiding (sorry heren) en de dingen die ze doen moeten ecologisch en sociaal verantwoord zijn. En wat ze verder belangrijk vinden, geven ze luid en duidelijk aan, is de liefde. Daar kunnen wij oudjes toch niets van vinden. Alles begint en eindigt immers met de liefde.